Waar zijn onze vlinders heen? En wat kunnen we doen om ze terug te halen? Daarover gaat het boek “
Dagvlinders in Vlaanderen: Nieuwe kennis voor betere actie”, van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en Natuurpunt, uitgegeven door LannooCampus.
Het boek is een schoolvoorbeeld van een zogeheten citizen science project. Het is gebaseerd op waarnemingen van meer dan 3.900 mensen, die meer dan 780.000 verspreidingsgegevens van vlinders hebben bijgedragen. Op basis van deze massa gegevens hebben de auteurs van het boek wetenschappelijke analyses kunnen maken over de toestand van de vlinders in Vlaanderen. Die zien er niet rooskleurig uit: 19 van de 67 inheemse dagvlindersoorten (28%) is verdwenen, 25 soorten (37%) zijn in min of meerdere mate bedreigd. Hun achteruitgang is zorgwekkend, zo blijkt uit de nieuwe statistieken, kaarten en trends. Maar de kennis en ervaring om de zaken beter aan te pakken groeiden de jongste jaren gelukkig sterk.
Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, de Dienst Studie van Natuurpunt en de onderzoeksgroep van Prof. Van Dyck (UCL) voeren al jaren samen onderzoek naar vlinders. Met dit boek wilden de auteurs – Dirk Maes (INBO), Wouter Vanreusel (Natuurpunt) en Hans Van Dyck (UCL) – niet alleen de trends documenteren, maar ook de oorzaken beter begrijpen om gepaste acties voor te stellen. Het resultaat van die samenwerking is een rijkelijk geïllustreerd boek dat veel kennis en nieuwe inzichten op een toegankelijke manier presenteert, samen met verhalen en ervaringen van vrijwilligers en professionele natuurbeschermers van de Westhoek tot Voeren.
Barometer voor de natuur
Het is weinig insecten gegeven, maar dagvlinders beroeren mensen. Reeds van in de oudheid vormen zij het zinnebeeld van de ziel, de onsterfelijkheid, de verliefdheid en onschuld. Maar ook bij de wetenschap in dienst van natuurbehoud spelen dagvlinders in binnen- en buitenland een centrale rol. Zij vormen een barometer voor de natuur. Het zijn erg gevoelige organismen die snel reageren op milieuveranderingen. Gaat het slecht met de dagvlinders, dan is de natuur er ook vaak belabberd aan toe. Als fragiele zonnekloppers zijn ze ook erg gevoelig voor klimaatverandering. Ook politiek leeft deze signaalfunctie. In november 2012 keurde het Vlaams parlement unaniem een resolutie goed “betreffende het nemen van maatregelen ter bevordering van vlinders”.
Aanbevelingen voor het beleid
Naast de evolutie van de verspreiding van de vlinders in Vlaanderen hebben de auteurs wetenschappelijke kennis uit heel Europa vertaald naar de situatie hier. Die kennis vormt de basis voor de aanbevelingen over geschikte maatregelen om het landschap beter in te richten voor vlinders en specifieke zones beter te beheren. Er gebeurt al veel door de overheid en door verenigingen om de natuur te beschermen, denk maar aan het lopende proces van de Instandhoudingsdoelstellingen, het beschermen en beheren van natuurgebieden en het actieplan van de Vlaamse regering voor het terugdringen van het pesticidengebruik. Bijkomende maatregelen dringen zich echter op: dit boek biedt alle nodige kennis en inzichten voor meer, andere en soms betere acties. De auteurs richten zich uitgebreid op nieuwe kansen en opportuniteiten voor dagvlinders en andere biodiversiteit. Natuurreservaten oprichten en gepast beheren blijft erg belangrijk, maar is alleen niet voldoende om het tij te keren voor vlinders.
Vooral verspreide natuurelementen (bv. bloemrijke bermen, brede heggen en houtkanten, enz.) in het bredere Vlaamse landschap blijken erg belangrijk voor deze kleurrijke insecten. Die basisnatuurkwaliteit van het landschap kan veel beter en vergt een innovatieve aanpak samen met verschillende landgebruikers. Het boek bespreekt uitgebreid nieuwe kansen voor dagvlinders op industrieterreinen, in de stad, in tuinen, in landbouwgebied of op bermen langs wegen. Hoe beheerders van natuur- en bosgebieden hun beheer kunnen afstemmen krijgt uiteraard ook veel aandacht. De auteurs pleiten voor het opstellen van een doordacht actieplan om de situatie tegen 2020 beduidend te verbeteren. Voor het beleid vormt 2020 een bijzondere tijdshorizont. Dan wordt er afgerekend voor de internationale afspraken van de Verenigde Naties en de Europese Commissie over het stoppen van de teloorgang van biodiversiteit. Maar tegen 2020 wil Vlaanderen ook uitmunten als een economisch innovatieve, duurzame en sociale warme samenleving. Tijd voor slimme actie en voor een heus vlindereffect!
Feiten en cijfers 1. Vlaanderen telt
67 soorten inheemse dagvlinders. 19 soorten zijn uit Vlaanderen verdwenen (
28,4%), 6 soorten zijn ‘ernstig bedreigd’, 5 soorten zijn ‘bedreigd’, 7 ‘kwetsbaar’ en 7 soorten zitten in de categorie “bijna in gevaar” (Samen: 25 soorten of
37,3%) en slechts 23 soorten zijn “momenteel niet in gevaar” (34.3%). Met dit bilan zit Vlaanderen helaas bij de slechtste leerlingen van Europa.
2. Voorbeelden van soorten die bij vorige analyse ‘zeer zeldzaam’ waren maar nu de status ‘
verdwenen’ hebben, zijn: zilveren maan en veenhooibeestje.
3. Enkele soorten konden hun verspreiding in Vlaanderen waarschijnlijk door
regionale opwarming uitbreiden (bv. bruin blauwtje), soms ook in combinatie met
gunstig beheer (bv. kleine ijsvogelvlinder). Het kaasjeskruiddikkopje was in die vorige periode niet in Vlaanderen aanwezig, maar nu wel. Enkele andere soorten die nu nog niet hier voorkomen, maar wel in Wallonië en Noord-Frankrijk, kennen een
noordwaartse verschuiving van hun areaal onder invloed van klimaatverandering en kunnen hier verwacht worden (bv. braamparelmoervlinder). Het boek gebruikt ook klimaatmodellen om toekomstige arealen in te schatten. Er zijn winnaars, maar ook verrassende klimaatverliezers (bv. kleine vos).
4. Sommige soorten die al langer aandachtsoorten zijn in natuurreservaten,
blijven achteruit boeren (bv. gentiaanblauwtje, heivlinder). Meer gerichte aandacht is nodig. De auteurs bereiden momenteel een
soortbeschermingsprogramma voor voor de heivlinder en de bruine eikenpage in opdracht van het Agentschap Natuur en Bos.
5. Sommige voorheen courante soorten zijn
beduidend minder talrijk geworden (bv. Citroenvlinder). Een extreem voorbeeld van een voorheen wijdverspreide graslandsoort die fors terrein heeft verloren is de argusvlinder. Die trend doet zich ook in Nederland en Groot-Brittannië voor.
6. Net als bijen, hebben dagvlinders nood aan
veel wilde bloemen om zich met nectar te voeden. Het nectaraanbod is in ons landschap sterk afgenomen. Geschikt beheer van individuele percelen binnen en buiten natuur- en bosgebied is belangrijk, maar er is
nood aan een landschappelijke aanpak. Individuele natuurgebieden liggen nog vaak geïsoleerd. In lijn met het Europees natuurbeleid dient gewerkt te worden aan een groene infrastructuur in het Vlaamse landschap.
7.
Het verlies van geschikt leefgebied en de versnippering van restgebiedjes blijft een belangrijk knelpunt. De auteurs ontwikkelden een manier om vegetaties en landschappen als het ware door de ogen van vlinders te beoordelen. Die aanpak op basis van de noodzakelijke hulpbronnen voor vlinders (nectarplanten, voedselplanten, microklimaat, enz.) wordt nu ook in het buitenland gevolgd.
8. Het is niet alleen kommer en kwel. Op kleine schaal werden
enkele succesverhalen opgetekend door de inzet van enthousiaste natuurbeschermers vanuit de Vlinderwerkgroep van Natuurpunt, de reservaatwerking van Natuurpunt, het Agentschap voor Natuur en Bos, of andere partners. Die verhalen krijgen tekst en uitleg in boxen doorheen het boek. Voorbeelden zijn: veldparelmoervlinder in Balen-Lommel, de ontwikkeling van een vlinderrijke parking langs de E17 in Waasmunster, herstel gentiaanblauwtje op militair domein Kamp Beverloo of gericht beheer voor het groentje en aardbeivlinder in de Gulke Putten in Beernem.
9. Het boek zoomt niet alleen in op deze fascinerende insecten, maar ook op de
wetenschappers, beheerders en vrijwilligers die ze onderzoeken, die meedoen aan tellingen en die proefprojecten opzetten voor gericht beheer. Voorbeelden zijn: 20 jaar vlindermonitoring door vrijwilligers in de Antwerpse Zuiderkempen, samenwerking tussen een lokale vlinderwerkgroep en gemeentebestuur voor het oprichten van een demonstratie vlindertuin in Pepingen (Vlaams-Brabant), enz.
10. Het laatste hoofdstuk van het boek stelt
36 concrete acties voor met betrekking tot het natuur- en milieubeleid, onderzoek, educatie en communicatie om de kansen voor dagvlinders en andere biodiversiteit beduidend te verbeteren tegen 2020. In die zin is dit boek een
rijkgevuld naslagwerk voor beheerders van natuur en bos, parkbeheerders, tuinliefhebbers, diverse overheidsdiensten en organisaties die werken aan natuur en landschap en aan natuureducatie.
Technische fiche van het boek
Het boek is een uitgave van Uitgeverij LannooCampus (Leuven) i.s.m. Natuurpunt en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.
- ISBN 978 94 014 0790 8
- 542 pagina’s
- Volledige kleurendruk, rijkelijk geïllustreerd met prachtige foto’s van vlinders, hun leefgebieden, professionele en vrijwillige onderzoekers in actie
- Verkoopprijs: € 39,99
Auteurs:
- Dirk Maes, doctor in de biologie werkzaam als onderzoeker aan het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Hij is een expert in het opstellen van Rode Lijsten en analyseren van verspreidingsgegevens.
- Wouter Vanreusel, bioloog en werkt bij de Dienst Studie van Natuurpunt. Hij leidt de cel databanken en begeleidt meerdere projecten met vrijwilligers.
- Hans Van Dyck, professor gedragsecologie en natuurbehoud aan de UCL (Louvain-la-Neuve). Hij leidt een onderzoeksgroep over het gedrag van dieren en de betekenis daarvan voor natuurbehoud. Doceert o.a. landschaps- en gedragsecologie.
Inhoudstafel (Hoofdlijnen):
1. Inleiding
2. Recente inzichten in de ecologie van dagvlinders
3. Cijfers en trends – meten met kennis van zaken
4. De toestand van dagvlinders in Vlaanderen
5. Soortbesprekingen
6. Dagvlinders zonder grenzen
7. Actie voor dagvlinders: van bloem tot landschap
8. Dagvlinders in 2020: Vlaanderen in actie?
9. Literatuurlijst
koen.vanmuylem@inbo.be