Een radioactieve stof zendt door desintegratie radioactieve straling uit. Het aantal desintegraties per tijdseenheid noemt men de activiteit van de radioactieve stof.
Als eenheid van activiteit werd vroeger de curie gekozen (Ci). In het SI-stelsel wordt het de
becquerel (Bq).
Levend weefsel kan beschadigd worden door de absorptie van stralingsenergie. De
stralingsenergie die per kg bestraalde materie geabsorbeerd wordt noemt men de
stralingsdosis, of kortweg dosis. De eenheid van dosis was de rad, die in het SI-stelsel vervangen werd door de
gray (Gy).
Het biologisch effect van de straling is niet alleen van de geabsorbeerde stralingsenergie, maar ook van :
- de wijze van bestraling
- het soort weefsel : snel delende weefsels zijn het meest gevoelig (b.v. embryo's, beendermerg)
- de aard van de straling: neutronen, protonen en α-deeltjes zouden 10 x meer biologische schade veroorzaken dan β en γ stralen. Dit verschijnsel wordt dan weergegeven door een "kwaliteitsfactor". Deze is dan 10 voor neutronen, protonen en α-deeltjes en 1 voor β en γ stralen.
- Dosisequivalent = kwaliteitsfactor x dosis ; dit geeft dus een idee van het biologisch effect van de geabsorbeerde stralingsenergie. De eenheid van dosisequivalent was de rem (röntgen equivalent man). Deze eenheid is thans vervangen door de sievert (Sv).
SI-eenheden:
- activiteit:1 becquerel = 1 Bq = 1 desintegratie per seconde
- dosis:1 gray = 1 Gy = 1 joule/kg
- dosisequivalent :1 sievert = 1 Sv