Het heiligbeen (os sacrum) bestaat uit 5 vergroeide heiligbeenwervels (vertebrae sacrales). Waarom worden die beenderen 'heilig' genoemd?
Antwoord 1
Een uitleg over de oorsprong van de naam 'heiligbeen' las ik jaren geleden in een Nederlands werk over de bijdrage van de militaire chirurgie tot de algemene heelkunde. Helaas zijn titel en schrijver mij ontgaan.
Ziehier het verhaal : in de tijd van de riddertornooien en ruiterijregimenten was het meest voorkomende ongeval van het paard vallen resp. er afgestoten worden, waarbij zeer vaak de heup ontwricht werd. In de bloemrijke taal van toen heette dit 'de conte uut malkare ghevallen'.
De chirurgijns, die aan elk leger toegevoegd waren, trachtten deze kwaal te verhelpen door de spieren ter hoogte van het bekken door te snijden om op die manier bij de gewrichtskom te geraken. Helaas raakten zij daarbij de belangrijke zenuwbundel, die ter hoogte van het heiligbeen uittreedt en die als 'paardestaart' bekend staat. Gevolg : verlamming van de onderste ledematen.
Zo leerden deze chirurgijn-barbiers, hoe gevaarlijk hun ingreep was en hoe belangrijk de lichaamszone beneden de lenden. Zij bleven er beter met hun messen af : deze zone was 'heilig'. Het deel van de wervelkolom op die plaats werd het 'heiligbeen'.
Hoe werd het slachtoffer dan wel geholpen? Men hing de gevallenen met de enkels aan een sterke balk. Een zware man greep hen in de oksels (de armen hingen naar beneden) en zwaaide met hen heen en weer in een wijde slingerbeweging, tot de kop van het dijbeen terug in de gewrichtskom schoof.
Ja, die goede oude tijd...
Antwoord 2
I.v.m. bovenstaande verklaring zouden we samen met de Italianen kunnen zeggen : "Se non è vero, è bene trovato!"
Er bestaat een veel eenvoudiger verklaring voor de term 'heiligbeen' : het heiligbeen van de mens , dat ontstaat door de vergroeiing van drie wervels, vertoont op de rugzijde een aantal verhevenheden, die het beeld oproepen van een tweearmig kruis, te wijten aan de mediane doorlopende verhevenheid en de twee loodrecht erop gerichte naden van vergroeiing van de wervels. De Duitsers bewaarden deze indruk in hun taaleigen en noemen dat been 'Kreuzbein'.
Ongetwijfeld heeft zulk een beenstuk met een obscure afbeelding van een kruis de fantasie geprikkeld, zodat men er iets heiligs of meer iets sacraals, is in gaan zien. Vandaar ook de Latijnse naam 'os sacrum'.
Daar waar de wervels niet ten volle zijn vergroeid tot één enkel been spreekt men van 'os sacrales'.
We mogen dan ook aannemen dat het meer de fantasie van onze voorouders is dan hun chirurgische kennis, die de naam 'heiligbeen' heeft doen ingang vinden.